
Grote bedrijven nemen voor zakenreizen ‘steeds vaker’ de trein in plaats van het vliegtuig, zo blijkt uit een analyse van de Werkgroep Internationale Trein. Het onderzoek vond plaats vóór de coronacrisis. Of de modal shift zich na de pandemie al doorzetten is niet onderzocht.
Voor de analyse zijn in samenwerking met Natuur & Milieu en de Coalitie Anders Reizen de reisdata onder de loep genomen van acht grote bedrijven: Aegon, Arcadis, Capgemini, Eneco, NS, ProRail, Royal Haskoning DHV en Strukton. Daarnaast zijn medewerkers geïnterviewd die zakelijke reizen maken.
Uit het onderzoek van de werkgroep blijkt dat deze acht bedrijven over 2019 een totale reisbehoefte hadden van bijna 13.000 vliegreizen. In 43 procent van deze vliegreizen betrof het een bestemming op minder dan 700 kilometer en voor 23 procent was dat minder dan 400 kilometer.
Vliegtuig favoriet
Ook naar Londen en Parijs was het vliegtuig het favoriete vervoermiddel van de zakenreiziger. “Reizigers kiezen vaak uit gewoonte voor het vliegtuig. De inefficiënte tijd rondom een vliegreis wordt vaak niet meegenomen in de keuze hoe te reizen,” schrijven de onderzoekers.
Maar er is wel een kentering gaande: bedrijven zijn nu meer bereid de trein te gebruiken voor zakenreizen dan voorheen. De werkgroep verwacht dat het zakelijk reizen met de trein op termijn de helft van de vliegreizen kan overnemen. “Om dit mogelijk te maken moet het internationaal treinaanbod verbeteren door het oplossen van de belangrijkste knelpunten in het spoornetwerk.”
De coalitie Anders Reizen bestaat uit ruim zeventig grote werkgevers met in totaal meer dan 550.000 werknemers in dienst. Zij wil de CO2-uitstoot van zakelijk reizen halveren in 2030 (ten opzichte van . 2016), onder meer door het gebruik van de trein voor internationale reizen op afstanden tot 700 km.
Beeld © Werkgroep Internationale Trein