
Het Franse Alstom neemt de raildivisie over van Bombardier, dat eerder zijn vliegtuigproductie aan Airbus verkocht. Het Canadese bedrijf houdt alleen de bouw van zakenjets over.
Bombardier, gevestigd in Montreal, wilde begin deze eeuw een grote speler worden op zowel het gebied van de bouw van grote commerciële vliegtuigen als treinen. Maar het bedrijf verloor de concurrentieslag.
Op het terrein van vliegtuigen kwam Bombardier met de CSeries die zich kwalitatief kon meten met producten van Boeing en Airbus. Alleen verkeek Bombardier zich volledig op de aanloopkosten – die waren zo hoog dat de onderneming in grote financiële problemen kwam.
Airbus redt
Airbus bracht redding en nam in 2017 en belang van 50,01 procent in de CSeries, die een jaar later werd omgedoopt tot Airbus A220. Onder Europese vlag schoot het aantal orders voor dit toestel meteen omhoog. Zo bestelde Air France-KLM in 2019 zestig A220’s.
Airbus heeft zoveel succes met de A220 dat het bedrijf begin deze maand besloot Bombardier helemaal uit te kopen. Airbus bezit nu 75 procent van het A220-bedrijf, een Canadees investeringsfonds bezit de andere 25 procent.
Concurrentie
Bombardier Transportation, de raildivisie, kende als zodanig geen financiële problemen, maar zag dat de concurrentie het beter deed. Wereldwijd marktleider is het Chinese CRRC, gevolgd door Alstom en Siemens. De twee Europese bedrijven wilden in 2017 fuseren, maar de Europese mededingingsautoriteiten gaven daar geen goedkeuring voor.
De overname van het railbedrijf van Bombardier, voor 8,2 miljard dollar, stuit niet op bezwaren van de autoriteiten. Bombardier Transportation bouwt locomotieven, treinstellen, trams en seinsystemen. Het hoofdkantoor is gevestigd in Berlijn.
Alstom vergroot door de overname de eigen jaaromzet naar rond de zeventien miljard dollar. CRRC zette in het laatst gemeten jaar 2018 twintig miljard dollar om.