
De NATM-bijeenkomst op 22 november jl. had als thema ‘de volgende stap naar een duurzaam reisbeleid’. Hoewel ‘groene’ maatregelen tot weerstand kunnen leiden, kan met de juiste communicatie veel worden bereikt, toont travel manager Ankie van Schaik van PGGM aan.
Paul Peeters, docent aan het NHTV Centre for Sustainable Tourism & Transport, benadrukte de noodzaak om de uitstoot van CO2 drastisch te verminderen. “Natuurrampen zijn niet nieuw, maar de frequentie en de heftigheid waarin ze voorkomen nemen als direct gevolg van de opwarming van de aarde toe. Jaarlijks overlijden zo’n 300.000 mensen door overstromingen, tsunami’s en ander natuurgeweld.” Om deze gevaarlijke klimaatveranderingen te stoppen moet het roer om, ook op het gebied van zakelijk reizen, zegt Peeters. “Carbon management, ofwel het beperken van de uitstoot van schadelijke broeikasgassen, kan op allerlei manieren. Minder reizen en met minder mensen reizen, met de trein in plaats van het vliegtuig en videoconferencing helpen bedrijven om hun ecologische voetafdruk te verminderen. Dat is geen luxe, maar bittere noodzaak”
Duurzaamheid op de laatste plaats
“Bedrijven zijn zich in het algemeen wel bewust van de noodzaak om duurzaam te ondernemen, maar zakelijk reizen loopt daarbij achter,” zegt Mark Huis in ’t Veld van de Climate Neutral Group (CNG). “Driekwart van de bedrijven heeft algemene duurzaamheidsdoelstellingen, maar slechts een kwart heeft deze voor zakenreizen. Terwijl de CO2-emissie van zakenreizen toch gemiddeld 10 tot 25 procent van de totale voetafdruk van een bedrijf vertegenwoordigt.”
Huis in ’t Veld signaleert verschillende barrières. Het reisbeleid wordt meestal vastgesteld op basis van kosten, schema, comfort, contractpartners en – pas als laatste – duurzaamheid. “Het is een cultuurprobleem met veel ‘ja maars’,” zegt Huis in ’t Veld. “Argumenten die wij horen zijn: maar onze medewerkers boeken zelf; de klant betaalt de reiskosten; onze mensen gaan nou eenmaal graag op reis; videoconferencing werkt niet goed, enzovoort.” De moraal is dat de heilige huisjes van zakenreizen intern moeten worden besproken, zegt Huis in ‘t Veld. ”Tien jaar geleden was de leaseauto de heilige koe, nu is business travel aan de beurt. Maar een slim en duurzaam reisbeleid leidt tot een win-win-win situatie voor People, Planet & Profit.”
De trein als alternatief, op korte afstanden
Een best practise voorbeeld komt van pensioenfonds PGGM, waar Ankie van Schaik 17 jaar als travel manager verantwoordelijk is voor reizen en verblijven. “De bedrijfsmissie van PGGM is te zorgen voor een waardevolle toekomst. Een onderdeel daarvan is goed zijn voor het milieu,” zegt Van Schaik. “Deze missie wordt volledig door onze directie ondersteund. Als duurzaamheidsdoelstellingen niet tot op het hoogste niveau worden gedragen, is het veel lastiger.”
Een van de maatregelen die PPGM heeft genomen, is het stimuleren van treinreizen. Van Schaik: “Naar bestemmingen als Parijs, Frankfurt, Brussel en Hamburg wordt nauwelijks nog gevlogen. In het begin was er een enorme weerstand om met het openbaar vervoer te reizen. ‘Ik ga echt niet in de trein zitten’, was veelal de reactie. Maar door het gesprek aan te gaan met onze reizigers, hebben we de mensen toch over weten te halen.”
Andere maatregelen die PGGM heeft genomen, zijn het stimuleren van videoconferencing en de grens van business classs mogen reizen verhogen van zes naar acht uur vliegen. “Wat dat betreft is het handig om over data te beschikken,” zegt Van Schaik. “Het argument ‘ik vlieg altijd’ kun je relativeren, als je laat zien dat het eigenlijk maar om één vlucht per maand gaat.”
Van Schaik gelooft niet in een mandaat om de duurzaamheidsdoelstellingen op het gebied van zakelijk reizen te realiseren. “Wij monitoren, maar verplichten niet. Ook de reisagent laten wij niet voor politieagent spelen. Wij geloven meer in communicatie en praten met medewerkers om het gewenste gedrag te bewerkstelligen. Wat heel goed werkt, is om ambassadeurs in te schakelen. Mensen op de werkvloer die de noodzakelijkheid en urgentie in zien van een duurzaam reisbeleid, kunnen collega’s overtuigen van nut en noodzaak en echte change makers zijn.”
