Vijftig grote Nederlandse bedrijven, waaronder Schiphol, grijpen de coronacrisis aan om hun zakelijke reizen voortaan te beperken. Ze roepen andere ondernemingen op hetzelfde te doen, niet alleen voor woon-werkverkeer, maar ook door minder vaak te vliegen. ‘Het komt nu aan op doorpakken.’
De bedrijven, verenigd in de sinds 2015 bestaande Coalitie Anders Reizen, zullen de reizen van hun eigen medewerkers vanaf heden beperken, ‘ook nu de maatregelen ter verspreiding van het coronavirus zijn versoepeld,’ zo zeggen ze dinsdag in een verklaring. Bij de aangesloten bedrijven werken in totaal ongeveer een half miljoen mensen.
Behalve de Schiphol Group zijn onder meer ABN-AMRO, ANWB, KPN, Shell, ING, Rabobank, KPMG, Capgemini, PWC en Philips lid. “De coronacrisis heeft laten zien dat tijd- en plaatsonafhankelijk werken kan. Het komt nu aan op doorpakken. Ook na de crisis wil Anders Reizen dat er meer thuis gewerkt wordt,” aldus de organisatie. Wie wel per se voor werk op pad moet, krijgt het advies de spits te mijden of op de fiets te gaan.
Balans
In de verklaring staat verder: “Veel werkgevers passen op dit moment hun mobiliteitsbeleid aan. Zij zoeken naar balans tussen werken op afstand en samen werken op kantoor. Vragen als Hoe willen we dat onze nieuwe manier van werken en reizen er straks uitziet, hoe voorkomen we een terugval naar oude patronen en hoe zorgen we ervoor dat een groot deel van de medewerkers geheel of gedeeltelijk thuis blijft werken komen daarbij aan de orde. Dit is hét moment om nieuwe ervaringen met flexibel werken en reizen te evalueren en te verankeren in het nieuwe, duurzame normaal.”
De verklaring is uitgegeven naar aanleiding van de coronacrisis en richt zich specifiek op de forenzen in Nederland. Woordvoerster Suzanne Rotteveel benadrukt evenwel dat de deelnemende bedrijven ook vinden dat het internationale vliegverkeer moet worden verduurzaamd.
In november 2019 lanceerden ze al een plan om het eigen zakelijk vliegverkeer en de uitstoot van CO2 te verminderen. Onderdelen daarvan waren: reizen per trein in plaats van het vliegtuig op afstanden tot 700 km, investeren in nieuwe technologieën zoals elektrisch/hybride vliegen en de aanschaf van biobrandstof voor het noodzakelijke vliegverkeer.
