Robert van Spanje woont sinds 2004 in de IJslandse hoofdstad Reykjavik. Hij werkt in het webteam van Icelandair en houdt zich bezig met het vernieuwen van content en het helpen ontwikkelen van de site, vooral waar het draait om de bruikbaarheid (usability).

“Björk, Icesave, de vulkaan met die moeilijke naam, rockband Of Monsters and Men, het voetbalteam bij het Europees kampioenschap: IJsland heeft zich helemaal op de kaart gezet. Het eiland is in oppervlakte ongeveer 2,5 keer zo groot als Nederland. Een ‘rondje om het eiland’ duurt wel iets langer dan misschien van tevoren ingeschat, door het ruige landschap. Het weer en de geschiedenis zie je terug in de IJslanders zelf: ze hebben een laconieke houding dat alles wel goed komt, met een alles-of-niets instelling en een droog soort humor. Het is een kleine samenleving: 200.000 inwoners in Reykjavik en 332.000 mensen in heel IJsland.”

Stopover
“Omdat IJsland in het midden van de Atlantische Oceaan ligt, maken veel mensen gebruik van een stop-over van Icelandair, op weg naar de Verenigde Staten. De constant toenemende stroom van toeristen drukt een duidelijk stempel op de binnenstad, soms lijkt het alsof de toerist Reykjavik heeft overgenomen. Tussen de georganiseerde chaos van ouderwetse huisjes wordt het beeld in de hoofdstraat Laugavegur bepaald door hotels, giftshops en mensen in outdoor-kleding. En dit is ook duidelijk te zien op het internationale vliegveld Keflavik, 45 kilometer buiten de stad.”

Natuur
“Als je IJsland wilt ondergaan, zijn er ‘verplichte’ excursies, zoals de gouden cirkel met de geisers en water­vallen. Je kunt ook walvissen bekijken (in de zomer) en het hele jaar door zijn er veel buitenactiviteiten, zoals hiken, raften, rijden op sneeuwscooters, paardrijden, noem maar op. Geliefd bij IJslanders én buitenlanders is een bezoek aan The Blue Lagoon, niet ver van de stad. Hier kun je in warm, mineraalrijk water baden en jezelf insmeren met klei. Anders dan vaak wordt gedacht, is het geen natuurlijke lagune, maar mensenwerk. Veertig jaar geleden bouwden de IJslanders een geothermische centrale en als neveneffect ontstond een ondiep meer dat dagelijks via de centrale warm water krijgt. Mensen ontdekten dat het er aangenaam vertoeven was en het werd de grootste attractie van IJsland. Wel even van tevoren reserveren in de zomer.”

Eten en drinken
“Wie echt op zijn IJslands wil eten, kan zich in januari/februari te goed doen aan de thorramatur, traditionele gerechten. Hou je vast, want op het menu staat dan zeker hakarl: gefermenteerd, zeg maar gerust rottend haaienvlees. Na de penetrante geur valt de smaak nog best mee. Je kunt verder taart van ramstestikels verwachten, schapenkop, bloedpudding, flippers van de zeehond en veel andere oud-IJslandse ‘lekkernijen’.

Om de smaken te verzachten, vloeit de brennivín, brandewijn gemaakt van aardappel, rijkelijk. Geen nood. Voor wie iets anders wil eten: in de binnenstad van Reykjavik is een grote keuze aan eetgelegenheden met een hoge culinaire standaard. Fiskfelagid Fish Company, in het centrum, heeft hele goede visgerechten, met een fraaie opmaak. Denk wel aan de prijzen, ook voor de drank, die behoorlijk hoger liggen dan in Nederland. Een hoofdgerecht in dit restaurant kost omgerekend 40 euro, voor een glas wijn betaal je 15 euro.”

Gouden tip
“IJsland is niet zo koud als mensen denken: ‘s winters ligt de gemiddelde temperatuur overdag rond het vriespunt. Vraag lokale bewoners naar de dichtst­bijzijnde natuurlijke warmwaterbron. Als er een dik pak sneeuw ligt en de hemel ‘s nachts groen gekleurd wordt door het noorderlicht, is zwemmen in warm water een unieke ervaring.”