
De sinds 23 januari verplichte sneltest in het buitenland voor passagiers op weg naar Nederland levert zoveel praktische problemen op dat reizen in veel gevallen onmogelijk is. Dit schrijft de Stichting Nederlanders Buiten Nederland (SNBN) in een brandbrief aan minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken.
De sneltest op corona, die verplicht is voor alle nationaliteiten op weg naar Nederland en waarvan de uitslag negatief moet zijn, mag bij het moment van boarden maximaal vier uur oud zijn. De antigeentest geeft weliswaar binnen een kwartier uitsluitsel, maar de stichting wijst erop dat heel veel buitenlandse airports geen testfaciliteiten hebben.
“Dit betekent dat men vóór het vertrek naar de luchthaven eerst nog een (vaak private) kliniek zal moeten opzoeken voor deze sneltest.” Maar op de meeste airports worden passagiers voor een internationale vlucht geacht drie uur van te voren aanwezig te zijn. In de praktijk is het volgens de SNBN daarom in veel gevallen onmogelijk binnen de gestelde tijdslimiet een vlucht te halen.
“Dit betekent dat de verplichte sneltest een regelrechte blokkade is: een verkapt verbod om terug naar Nederland te reizen.” Zelfs in noodgevallen om terug te reizen, zoals familieomstandigheden, is het niet zeker dat de passagier haar of zijn vlucht kan halen en dat is “buitenproportioneel,” schrijft de stichting. “Nederlanders hebben het fundamentele recht terug te keren naar eigen land. Met de verplichte sneltest maakt u (minister Blok, red.) dit grondrecht tot een wassen neus.”
SNBN, die zegt de rechten van de “meer dan een miljoen Nederlanders in het buitenland” te vertegenwoordigen, vraagt Blok “beleefd maar zeer dringend” de sneltest-verplichting “direct” op te heffen “dan wel de tijdsfactor gecombineerd met deze sneltest te verruimen naar ten minste vier en twintig uur.”