Japan voert een belasting in voor alle vertrekkende passagiers op internationale vluchten. De taks van duizend yen (8,16 euro) gaat in op 7 januari.
Het besluit om een vertrekbelasting in te voeren werd in april 2018 al genomen; de regering gaat het plan nu daadwerkelijk uitvoeren. De taks geldt ook voor reizigers die per boot Japan verlaten, maar dit is een relatief klein aantal, het betreft hoofdzakelijk passagiers in de luchtvaart.
Het gaat om een ‘flat fee’: voor alle internationale vluchten geldt hetzelfde bedrag. Japanners zowel als niet-Japanners zullen de vertrekfee moeten betalen. Op binnenlandse tickets komt geen heffing.
De toeslag wordt verwerkt in de tickets, gekocht vanaf 7 januari. Passagiers die vóór deze datum een ticket hebben aangeschaft hoeven de vliegtaks niet alsnog te betalen. Ook transferpassagiers zijn gevrijwaard van de heffing, mits zij binnen 24 uur na aankomst op een Japanse luchthaven het land weer hebben verlaten.
Doelbelasting
De regering in Tokio heeft verzekerd dat het om een doelbelasting gaat – de opbrengst van naar schatting 350 miljoen euro op jaarbasis gaat in een potje bestemd voor investeringen op luchthavens.
In de beleidsplannen staan drie prioriteiten die de overheid op airports wil realiseren: biometrisch boarden, meertalige informatieborden en een betaalsysteem voor openbaar vervoer zonder contant geld. De opbrengst van de taks zal niet voldoende zijn voor al deze plannen. De overheid past de rest bij.
Vorig jaar telde Japan ruim veertig miljoen vertrekkende passagiers, onder wie zeventien miljoen Japanners. Dit aantal zal in 2019 en 2020 naar verwachting fors omhoog gaan, omdat Tokio in 2020 de Olympische Spelen organiseert.