De regeringspartij van de Duitse bondskanselier Angela Merkel overweegt verdubbeling van het tarief van de bestaande vliegtaks voor binnenlandse vluchten.
De christendemocraten (CDU) van Merkel vormen de grootste partij in een coalitieregering met de sociaaldemocraten (SPD) en de Beierse CSU.
In Duitsland is, zoals in veel Europese landen, een debat gaande over de uitstoot door de luchtvaart van CO2. In de politiek, ook onder de conservatieven van de CDU, gaan stemmen op om de emissies van de luchtvaart te verminderen.
Een van de opties is het stimuleren van de trein. Prettige bijkomstigheid voor de regering in Berlijn is dat de staat de enige eigenaar is van het winstgevende spoorwegbedrijf Deutsche Bahn (DB).
Drie tarieven
Momenteel is het tarief van de vliegtaks, die sinds 2011 bestaat in Duitsland, voor binnenlandse vluchten hetzelfde als dat voor internationale bestemmingen op de korte afstand: 7,38 euro per ticket, enkel of retour.
‘Kort’ is een betrekkelijke term, want heel Rusland valt hier ook onder, tot en met het verre oosten van dat land. Voor vluchten op de middellange afstand (Noord-Afrika en het Midden-Oosten) betalen passagiers 23,05 per ticket en de lange afstand kost 41,49 per keer. Voor passagiers die overstappen op een Duitse luchthaven en deze niet tussentijds verlaten geldt geen heffing.
Spoornet
Duitsland heeft een wijdvertakt spoornetwerk, met op hoofdtrajecten hogesnelheidstreinen. De afstand tussen Hamburg in het hoge noorden en München in het zuiden bijvoorbeeld is 800 kilometer. Een vliegtuig doet daar één uur en tien minuten over, per directe trein is het zes uur en in de auto (zonder pauzes) acht uur.
In Europa zijn momenteel vier landen die een vertrekbelasting kennen voor vliegtuigpassagiers. Behalve Duitsland zijn dat Oostenrijk, Groot-Brittannië en Zweden. Frankrijk voert volgend jaar een vliegtaks in en Nederland volgt, als de kabinetsplannen doorgaan, in 2021.
Foto: Unsplash