
Internationaal actieve MKB’ers presteren beter dan hun collega’s die zich puur op de Nederlandse markt richten en zijn positiever over exportgroei. Ze hebben behoefte aan steun van de overheid, waarbij matchmaking met zakelijke partners de belangrijkste vorm is. Dit blijkt uit een enquête dat het ING Economisch Bureau onder 400 ondernemers heeft gehouden, in het kader van de start van het Oranje Handelsmissiefonds.
De export is al jaren – ook juist in deze periode van economische recessie – de belangrijkste groeimotor van de Nederlandse economie. Iedere euro export levert 66 cent op voor de Nederlandse economie, verdeeld over zowel de exporteurs zelf als aan de aan hen toeleverende bedrijven.
Het Nederlandse MKB is internationaal zeer actief. Het is verantwoordelijk voor bijna twee derde van de Nederlandse export, terwijl dit in de ons omliggende landen ongeveer een derde is. Van de respondenten opereert 65 procent internationaal, met name als exporteur. Het zijn vooral bedrijven met meer dan vijftig werknemers die zakendoen in het buitenland.
Er is een positieve relatie tussen prestaties van Nederlandse MKB’ers en het aantal internationale activiteiten (export, import, buitenlandse investeringen). De ondernemers zien dat naarmate de internationale activiteiten toenemen, hun winstgevendheid ook groeit. Nederlandse ondernemers zijn positief over hun internationale groeikansen voor de komende jaren. Zo voorziet 83 procent van de exporteurs groei van hun export en verwachten acht van de tien bedrijven met internationale investeringen groei van hun buitenlandse dochterondernemingen. Voor importerende bedrijven ligt het percentage dat importgroei verwacht op 67.
MKB-ondernemers ondervinden echter verschillende obstakels bij de internationalisering van hun bedrijf. Het vinden van zakelijke partners, financiering en een gebrek aan tijd komen respectievelijk naar voren als de voornaamste belemmeringen. Daarnaast zijn, vooral in opkomende markten en snel groeiende economieën, een gebrek aan managementcapaciteit en de wet- en regelgeving in het buitenland vaak genoemde hindernissen. Van de ondervraagde ondernemers zegt bijna de helft (48 procent) behoefte te hebben aan steun van de Nederlandse overheid bij hun internationale activiteiten. De belangrijkste vormen van ondersteuning die de MKB-bedrijven in gedachten hebben zijn matchmaking met zakelijke partners, meer en betere marktinformatie, financiering en hulp met wet- en regelgeving (zowel in binnen- als buitenland).
Het Oranje Handelsmissiefonds wil vijf jaar lang jaarlijks tien middelgrote bedrijven helpen met het opzetten van een internationaal netwerk. Geselecteerde bedrijven kunnen bijvoorbeeld mee op handelsmissies of krijgen een stand op een grote internationale beurs. En ze krijgen begeleiding bij het opzetten van een exportorganisatie. De initiatiefnemers van het Oranje Handelsmissiefonds, ING, KLM en MKB-Nederland – hierin gesteund door het ministerie van Buitenlandse Zaken – willen daarmee Nederlandse ondernemers stimuleren en inspireren om hun horizon te verbreden naar andere landen. Er is immers nog veel onbenut potentieel, maar veel middelgrote bedrijven hebben het netwerk of het geld niet om zelfstandig buitenlandse markten te verkennen. Jan Hommen (CEO ING Groep), Camiel Eurlings (President-directeur KLM), Michaël van Stralen (waarnemend voorzitter MKB-Nederland) en Simon Smits (Directeur-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken) hebben daarom op Schiphol op 27 augustus jl. het startsein gegeven voor het fonds. Bedrijven kunnen zich vanaf nu aanmelden op de site van het fonds www.oranjehandelsmissiefonds.nl, waarna de selectie van de kandidaten zal plaatsvinden. De verhalen van deze ondernemers zullen worden gedeeld om ook andere ondernemers te inspireren om dit voorbeeld te doen volgen.