
KLM heeft een nieuw serviceconcept getest op haar intercontinentale business class-vluchten. Dit kan ingrijpende gevolgen hebben voor de werkwijze van het cabinepersoneel.
Het uitgangspunt is dat passagiers in World Business Class (WBC) zelf moeten kunnen bepalen wanneer zij eten, werken, ontspannen of slapen op hun vliegreizen met KLM.
Nu staan in de WBC in de regel twee bemanningsleden die tussen de 30 en 35 passagiers bedienen (op de Airbus A330, Boeing 777 en 787). Twee bemanningsleden zijn echter niet voldoende om de persoonlijke dienstverlening te geven die KLM beoogt met haar nieuwe WBC-concept. Een oplossing zou kunnen zijn om de purser, die nu op intercontinentale vluchten meestal als vliegende keep fungeert in de economy class, in te zetten als extra kracht in de business class. De senior purser blijft de leidinggevende van de hele cabine en is in principe niet operationeel inzetbaar.
Bovenstaand scenario is geen voldongen feit, maar een optie die KLM overweegt om haar doelstelling – een betere dienstverlening voor haar meest betalende passagiers – te bereiken. Een andere optie is om hiervoor een extra cabin attendant (CA) in te zetten.
“Wij evalueren continu onze service aan boord en kijken waar wij verbeteringen kunnen doorvoeren,” zegt Miriam Kartman, EVP KLM Inflight Services in een reactie aan Zakenreis. “De test in de World Business Class is nu afgelopen en we hebben positieve reacties ontvangen. Indien wij overgaan tot een nieuw concept, heeft dat mogelijk gevolgen voor een deel van de werkwijze van de cabin crew. Maar daarbij zullen wij altijd de ‘koninklijke’ weg bewandelen en dit in samenspraak met de vakbonden bespreken en doorvoeren. Het is nu te vroeg om daar iets over te zeggen.”
Geen purser op Europa
De rol van purser, die ook als hoogste purser op Europa vliegt (senior pursers vliegen uitsluitend ICA), staat sowieso ter discussie, melden bronnen binnen KLM aan Zakenreis. Daarbij zou worden gekeken naar het volgende scenario.
In plaats van een purser als leidinggevende op de Europa-vloot, zou – naar model van KLM Cityhopper (KLC) – deze rol voortaan worden uitgeoefend door een cabin attendant 1 (CA-1).
Bij KLC moet deze steward of stewardess minimaal één jaar vliegen en krijgt drie extra cursusdagen. Een CA-1 is een stuk goedkoper dan een purser of Inflight Supervisor.
Als deze maatregel ook wordt doorgevoerd op de Europa-vloot van KLM, zou dat de maatschappij op termijn aanzienlijke kostenbesparingen opleveren omdat er daardoor minder (dure) pursers nodig zijn.
Verder zou het systeem van één- en tweebanders onder de loep worden genomen. Momenteel duurt het ruim vijftien jaar voordat een cabin attendant van éénbander een tweebander wordt. Deze tweebanders worden ingezet in de voorste cabines (business class en economy comfort).
Net zoals momenteel KLM-medewerkers op de grond opnieuw moeten solliciteren naar hun functie, staat het cabinepersoneel wellicht hetzelfde te wachten. Cabinepersoneel met twee banden zou moeten kunnen aantonen dat het over de juiste vaardigheden beschikt om passagiers in de business class optimale service te verlenen.
Een denkbaar neveneffect is dat een deel van het oudere en daardoor duurdere cabinepersoneel geen zin heeft om weer achterin de economy class te moeten gaan werken. Met als gevolg instroming van jong (en goedkoper) cabinepersoneel dat voldoet aan de kwalificaties die passen bij KLM nieuwe stijl.

