
Transavia sluit haar basis in München na de zomer. Het bedrijf gaat zich helemaal concentreren op Nederland. De ingreep treft 100 personeelsleden.
“Vanaf eind oktober 2017 sluiten we de basis in München en beëindigen onze activiteiten daar,” zegt Transavia-topman Mattijs ten Brink. “Het gaat op lange termijn niet worden wat we willen.”
Transavia vliegt sinds vorig voorjaar met vier toestellen vanuit München, die na de zomer terugkeren in Nederland. “Die gebruiken we voor verdere groei in Nederland. Voor onze toekomst betekent dit dat we ons vanaf nu helemaal focussen op het uitbouwen van de Nederlandse low-cost markt,” aldus Ten Brink.
Het personeel, deels Duits, deels Nederlands, vloeit grotendeels af. “Piloten, cabinepersoneel en grondpersoneel zullen we een passend voorstel doen. Mogelijk komt een klein deel naar Nederland terug, maar voor het merendeel betekent dit het einde van hun werkzaamheden voor Transavia.”
Volgens Ten Brink komt de maatregel ‘hard aan bij ons en in München’. “Maar dit is het beste voor de toekomst van Transavia. Buitenlandse groei is niet langer waarschijnlijk. Omdat de concurrentie sneller gaat, de samenwerking tussen Lufthansa met airberlin en onze ervaring sinds de start. We hebben onvoldoende vertrouwen dat de basis op enige termijn rendement zal behalen.”
“Destijds was München deel van ons antwoord op de concurrentie in Europa,” vervolgt ten Brink. “We wilden onze kosten verlagen en een nieuwe doelgroep aanspreken. We moesten de kans grijpen, maar ondernemen betekent ook dat niet alles lukt en dan moet je ook durven stoppen. Het is lastig voor een bedrijf als Transavia om in een nieuwe markt van begin af aan te starten. Er lag in München een goed doortimmerd plan, maar dan kan het toch gebeuren dat dat niet uitkomt.”
De concurrentie van andere prijsvliegers is volgens hem de belangrijkste reden voor de sluiting. Vooral dat Lufthansa zich over aartsrivaal airberlin heeft ontfermd. Daarnaast speelde mee dat moederbedrijf Air France-KLM in november liet weten geen Europese Groeiplannen voor Transavia meer te koesteren, buiten de zelfstandige activiteiten in Nederland en Frankrijk.
Ten Brink: “De afgelopen drie jaar zijn we in Nederland 30 procent gegroeid. Dat is voldoende basis om onze rol als low-cost marktleider in Nederland uit te breiden, en samen met KLM op te trekken. We groeiden in Amsterdam 10 procent en in Eindhoven nog harder.
“We steunen het besluit.” aldus KLM-topman Pieter Elbers. “Dit stelt Transavia in staat om zich nog beter te concentreren op haar activiteiten in Nederland, in samenwerking met KLM. Samen hebben we al 25 nieuwe bestemmingen voor de zomerdienstregeling van 2017 aangekondigd. Zo bieden we met beide maatschappijen samen nu al meer dan 280 routes aan in Europa.”

