
Air Canada ontvangt alsnog een steunpakket van de staat ter waarde van 5,9 miljard Canadese dollar (3,95 miljard euro). De regering in Ottawa lag de afgelopen tijd onder vuur omdat zij lang aarzelde om de luchtvaartsector te helpen.
Terwijl in Europa en de Verenigde Staten tientallen miljarden in euro’s en dollars aan subsidies en leningen naar luchtvaartmaatschappijen gingen om door de coronacrisis te komen, bleef de Canadese premier Justin Trudeau lange tijd stil.
Daar is nu verandering in gekomen met omvangrijke steun, vooral bestaande uit zachte leningen. Onderdeel van het pakket is ook de inkoop van aandelen voor de staat, ter waarde van 500 miljoen Canadese dollar, een belang van rond de 6 procent. Air Canada maakte onlangs een nettoverlies over 2020 bekend van ruim drie miljard euro en ontsloeg de helft van het personeel.
Als onderdeel van de deal met de regering heeft Air Canada toegezegd voorlopig geen dividend uit te keren en ook geen eigen aandelen in te kopen. Aan de salarissen van de topbestuurders is een maximum verbonden van 1 miljoen Canadese dollar. Air Canada kan dankzij de leningen het eerder geplande programma van vlootvernieuwing uitvoeren en zal de orders voor 33 Airbus A220’s en 40 Boeing 737-MAX-en doorvoeren.
Canada is voor binnenlands vervoer sterk afhankelijk van de luchtvaart, om alle delen van het uitgestrekte land (na Rusland het grootste ter wereld), met elkaar te kunnen verbinden.

