Het onderzoeksbureau SEO Economisch Onderzoek heeft in opdracht van de BARIN en KLM onderzocht wat de impact is van een lastenverlichting voor de luchtvaart in Nederland. Een manier die de sector noemt voor lasten verlichting is een grotere overheidsbijdrage aan de kosten van security.

Gisteren bood de Nederlandse luchtvaartsector -gesteund door organisaties voor werkgevers, branche-organisaties en kennisinstellingen- een petitie aan de de vaste Kamercommissie van Infrastructuur en Milieu. Met de petitie vroegen de organisaties om actie op een aantal cruciale onderwerpen voor de Nederlandse luchtvaart. Ook toen werd nadruk gelegd op de securitykosten die in Nederland volgens de sector geheel door de luchtvaartmaatschappijen (en dus hun passagiers) worden betaald.

Belangrijkste conclusies uit het SEO onderzoek zijn dat 100 miljoen euro lastenverlichting (4 euro per ticket) zorgt voor 4.300 tot 4.600 arbeidsplaatsen en een extra toegevoegde waarde oplevert voor de economie van tussen de € 340 tot € 365 miljoen euro.

Volgens het SEO onderzoek heeft Schiphol in vergelijking met andere grote Europese luchthavens Schiphol percentueel de hoogste securitygelden. “Een grotere overheidsbijdrage aan de securitykosten zou één van de opties voor een lastenverlichting kunnen zijn,” schrijven KLM en BARIN naar aanleiding van het onderzoek.

Een grotere overheidsbijdrage is volgens KLM en BARIN te rechtvaardigen vanuit het argument van publiek belang: “Op veel andere terreinen in Nederland zoals voetbalwedstrijden, spoor en beveiliging van hooggeplaatste personen, wordt beveiliging grotendeels vanuit publieke gelden gefinancierd. Op niet-Europese luchthavens als Istanbul, Dubai en luchthavens in de VS komen securitykosten in grotere mate voor rekening van de overheid.”

SEO geeft verder aan dat “een concurrerend kostenniveau in het bijzonder van belang is vanwege de relatief kleine Nederlandse thuismarkt in vergelijking met de belangrijkste concurrenten. Met 17 miljoen inwoners heeft Nederland een groot concurrentienadeel ten opzichte van de grotere thuismarkten van Duitsland (82 miljoen), Frankrijk (66 miljoen) en het Verenigd Koninkrijk (63 miljoen). Het Schipholnet-werk is om die reden afhankelijker van (internationale) transferstromen. Ook ‘nieuwe concurrenten’ zoals Dubai en Istanbul richten zich sterk op het transfersegment”