De Nederlandse regering heeft het initiatief genomen om de luchtvaart heffingen op te leggen in de hele Europese Unie. In een brief aan de Europese Commissie, die is opgesteld samen met acht andere landen, staat dat de luchtvaart, in vergelijking met ander transport, onvoldoende is belast.
De regering van premier Rutte wil in 2021 zelf een vliegtaks invoeren en heeft eerder gepoogd van de heffingen voor de luchtvaart een Europees agendapunt te maken. Dat is nu gelukt: de ministers van van Financiën uit Duitsland, Frankrijk, Zweden, Italië, België, Luxemburg, Denemarken en Bulgarije steunen hun Nederlandse collega op dit punt.
Vrijgesteld
Aan de vicevoorzitter van de Europese Commissie, Frans Timmermans, is een gezamenlijke brief overhandigd met een voorstel voor het belasten van de luchtvaart in de hele EU. Momenteel bestaan er alleen op beperkte schaal vliegtaksen voor vertrekkende passagiers. Groot-Brittannië, Duitsland, Oostenrijk en Zweden kennen deze heffing. Volgend jaar komt Frankrijk daarbij en in 2021 Nederland. Andere generieke vormen van belasting voor de luchtvaart zijn er niet.
In de brief staat: ‘Vergeleken met andere transportmiddelen is de luchtvaart onvoldoende belast. De sector is vrijgesteld van accijnzen, er wordt geen btw geheven op internationale vluchten, er is geen gecoördineerde belasting op tickets en economische instrumenten om de uitstoot van broeikasgassen te beperken in de luchtvaartsector kunnen versterkt worden.’
De negen lidstaten geven nog niet aan op welke manier de luchtvaart wat hen betreft moet worden belast: vliegtaks, btw op kerosine, btw op tickets of een combinatie. Timmermans heeft toegezegd dat de nieuwe Commissie, die op 1 december aantreedt en waarin hij verantwoordelijk zal zijn voor het klimaat- en milieubeleid, de kwestie meteen zal bekijken.
Heikel punt
In Nederland is het belasten van de luchtvaart lange tijd een heikel punt geweest. De VVD, de partij van premier Rutte, was lange tijd mordicus tegen elke heffing. In 2008 voerde een kabinet van CDA en PvdA een vliegtaks in die maar een jaar standhield.
Intussen zijn de meningen in politiek Den Haag veranderd. In een interview met Zakenreis zei minister Cora van Nieuwenhuizen hier onlangs over: ‘Destijds was het hele klimaatprobleem nog niet zo urgent. Nu is de overheersende mening dat alle sectoren in de samenleving een steentje moeten bijdragen aan het milieu.’

