
Lufthansa wil de betaalkaart voor zakenreizen, AirPlus, verkopen. Hetzelfde geldt voor de grondafhandeling, terwijl de divisie onderhoud deels in de aanbieding gaat. Het Duitse bedrijf hoopt zo zijn financiën weer op orde te krijgen, na de pandemie.
Het is nog maar een plan, Lufthansa zegt AirPlus en de LSG Group (grondafhandeling) van de hand te zullen doen “zodra de marktomstandigheden geschikt zijn om de juiste waarde te bepalen.” Een en ander maakt deel uit van een intern transformatieplan, waarbij de Lufthansa Group van een geïntegreerd naar een functioneel model gaat. Dit houdt in dat het bedrijf zich concentreert op het vervoer van passagiers en vracht. De directie wil alle andere activiteiten zoveel mogelijk afschalen. Hoe groot het deel is van Lufthansa Technik, de onderhoudspoot, dat zal worden afgestoten is niet bekendgemaakt.
De transformatie zorgt voor “snellere besluitvorming, minder complexiteit en een efficiëntere samenwerking tussen de airlines in de groep,” zegt Lufthansa in een communiqué. Behalve de naamgever maken Brussels Airlines, Swiss, Austrian en Eurowings deel uit van de beursgenoteerde Duitse onderneming.
AirPlus werd in 1986 opgericht door elf maatschappijen en ging later over in handen van Lufthansa. In 2019, vóór de pandemie, had het aantal betalingen via het systeem een waarde van 16,5 miljard euro. Vorig jaar liep dit terug tot 4,8 miljard, maar als de crisis een maal voorbij is, zal dit naar verwachting weer snel oplopen. Bij AirPlus, dat ook een vestiging heeft op Schiphol, werken rond de 1.150 mensen.
Afbeelding © AirPlus

