
Zes bonden bij KLM hebben de Europese Commissie per brief gevraagd de ingreep in de arbeidsvoorwaarden, een onderdeel van het Nederlandse steunpakket, af te wijzen. FNV is opvallend afwezig in het rijtje ondertekenaars.
De vakbonden VNV (piloten), VNC (cabine) en de ‘grondbonden’ NVLT, De Unie, VKP en CNV schrijven zich ervan bewust te zijn dat KLM als gevolg van de corona-crisis “een bijzonder moeilijke tijd” doormaakt. “Wij zijn de Nederlandse Staat dankbaar dat hij KLM behulpzaam wil zijn. Het KLM-personeel is bereid een bijdrage te leveren aan het herstel en de continuïteit van KLM.” KLM kreeg op 26 juni een hulppakket aangeboden van de Nederlandse regering ter waarde van 3,4 miljard euro, bestaande uit zachte leningen en garantstellingen. De Europese Commissie moet haar goedkeuring hier nog aan geven.
Geldende verdragen
De Nederlandse regering eist van het personeel van KLM dat zij inleveren op hun arbeidsvoorwaarden en met name loonsverlaging aanvaarden. Vanaf modaal (36.500 euro per jaar) zou elke werknemer minder gaan verdienen.
De bonden zeggen dat de arbeidsrechtelijke voorwaarden van de Nederlandse regering indruisen tegen afspraken die de afgelopen jaren zijn vastgelegd in cao’s. Om deze arbeidsvoorwaarden te veranderen zijn nieuwe onderhandelingen nodig, “waarbij voldaan wordt aan alle geldende verdragen en waarbij onze autonomie wordt gerespecteerd.”
In de brief aan de Europese Commissie staat verder: “De vakbonden onderhandelen al decennia met KLM over arbeidsvoorwaarden en hebben meerdere ernstige crises meegemaakt. Altijd zijn de directie van KLM en de bonden erin geslaagd om in gezamenlijk overleg tot passende oplossingen te komen.” De bonden zeggen ervan overtuigd te zijn dat zij er ook in deze situatie in overleg met KLM uit zullen komen.
ILO
Volgens de briefschrijvers zijn de door de regering gestelde voorwaarden strijdig met het manifest van de overkoepelende vakcentrale ILO (International Labour Organization) dat door alle 27 lidstaten van de Europese Unie is geratificeerd en met het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en het Europees Sociaal Handvest.
“Uit deze verdragen en regelgeving vloeit voort dat sociale partners in vrijheid over collectieve arbeidsvoorwaarden moeten kunnen onderhandelen. Deze vrijheid van de sociale partners betekent tevens dat de overheid zich niet mag mengen in de arbeidsvoorwaarden die in collectieve arbeidsovereenkomsten worden vastgelegd,” aldus de brief van de zes bonden.

