
Luchtvaartmaatschappijen, verenigd in de Association of European Airlines (AEA), hebben de Europese Unie vrijdag opnieuw op het hart gedrukt haast te maken met de Single European Sky (SES), de eenwording van het luchtruim. De ministers van transport van de 28 lidstaten van de EU zijn momenteel in Rome bijeen om te praten over de harmonisatie van het luchtruim.
Volgens de AEA is het huidige systeem, waarbij de meeste landen hun eigen luchtruim managen en voor elk traject apart moet worden betaald, inefficiënt en geldverslindend.
Het Europese luchtruim is een van de lastigste dossiers voor de pas benoemde Eurocommissaris Violeta Bulc uit Slovenië. Eurocontrol, dat ressorteert onder de EU, werkt sinds begin deze eeuw aan de Single European Sky en heeft nu een versie gepresenteerd onder de code SES2+ die het Europese luchtruim verdeelt in transnationale blokken.
“De afgelopen tien jaar zijn we vrijwel niets opgeschoten,” zei Mildred Troegeler, operationeel directeur van de AEA tegen persbureau Reuters. “SES heeft zeer grote voordelen voor de airlines, het milieu en de passagiers.” Een verenigd luchtruim zou de gezamenlijk airlines 3 miljard euro per jaar besparen en ook voor de consument veel voordeliger uitpakken, omdat de ticketprijs naar beneden zou kunnen, stelt de AEA.
Maar SES betekent dat afzonderlijke nationale luchtverkeersleidingen moeten worden samengevoegd en dat zal leiden tot aanzienlijk verlies van banen. De kostenbesparing van SES komt namelijk uit twee dingen: kortere vliegroutes en minder benodigd personeel.
Onder de goedbetaalde verkeersleiders leidt dit tot veel verzet; de afgelopen jaren zijn er herhaaldelijk stakingen geweest. Verkeersleiders hebben veel macht, want zonder hun aanwezigheid mag er niet worden gevlogen.
Een andere factor die de invoering van SES belemmerd is soevereiniteit. Enkele grote lidstaten, met name Frankrijk en Groot-Brittannië zijn bang dat ‘te veel’ eenwording van het luchtruim betekent dat ze niet meer baas in eigen lucht zijn en dat zou ook consequenties kunnen hebben voor militaire vluchten.
Aan Violeta Bulc de taak om al deze voetangels en klemmen te omzeilen.
De AEA wijst naar het Schengen-gebied als voorbeeld dat eenwording op het gebied van grensoverschrijding wel degelijk mogelijk is. Van de 28 lidstaten van de EU hebben alleen het Verenigd Koninkrijk en Ierland gebruik gemaakt van hun recht op de uitzonderingsclausule en doen niet mee aan Schengen.
De niet-EU-leden Zwitserland, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen zitten daarentegen wel in Schengen, waarmee het ‘vrije gebied’ in Europa waarin pascontrole aan de grenzen niet meer plaatsvindt op 26 deelnemende landen uitkomt. EU-leden Bulgarije, Kroatië, Cyprus en Roemenië zitten in een proces van aansluiting bij Schengen, hetgeen naar verwachting de komende jaren gestalte zal krijgen.

