
Air France heeft een deel van de routes hervat. Geleidelijk moet het netwerk uitkomen op 80 procent van voorheen. De aangeboden capaciteit blijft evenwel steken op 40 procent. Intussen is de verkoop van tickets onzeker.
De Franse partner van KLM biedt deze maand 20 procent van de beschikbare capaciteit aan, gemeten in ASK (available seat kilometre). In juli moet dit groeien naar 35 procent en in augustus naar 40 procent.
In eerste instantie gaat het vooral om hervatting van binnenlandse bestemmingen, gevolgd door Europese vluchten. Intercontinentaal vliegverkeer op grote schaal zit er voor Air France (en andere Europese carriers) voorlopig niet in vanwege de vele beperkende maatregelen die tal van landen hebben getroffen.
Hoe hoog de vraag naar tickets is, heeft Air France niet meegedeeld. Uit de aangeboden capaciteit kan worden afgeleid dat de komende maanden ruwweg de helft van het werk van voorheen wordt uitgevoerd. Hoe Air France met dit overschot aan beschikbare arbeid wil omgaan is nog niet duidelijk.
Sinds april maakt Air France voor de salarisbetalingen aan het personeel gebruik van staatssubsidie in Frankrijk, net zoals KLM in Nederland aan het overheidsinfuus ligt. Voor de operatie krijgen beide airlines nog eens steunpakketten van hun regeringen, vooral in de vorm van zachte leningen.
Air France ontvangt 7 miljard euro – dit is sinds eind april rond. Over het Nederlandse steunpakket aan KLM, waarvoor een interval tussen de 2 en 4 miljard euro is genoemd, wordt al bijna twee maanden onderhandeld.

