
Airbus heeft in 2020 een derde minder vliegtuigen afgeleverd door de corona pandemie. De Europese fabrikant deed het wel veel beter dan Boeing en toont zich “voorzichtig optimistisch” over de nabije toekomst.
Airbus leverde volgens een eigen opgave vorig jaar 566 toestellen af bij klanten: 34 procent minder dan in 2019. Het bedrijf kreeg 268 orders binnen: een daling van 65 procent. In de eerste maanden ging het nog goed met de productie en de vraag naar nieuwe toestellen. Tot corona vanaf maart wereldwijd hard toesloeg en een groot deel van het luchtverkeer lam legde. Parallel daaraan daalde bij airlines ook de behoefte aan nieuwe vliegtuigen. Sommige bestaande orders werden geannuleerd door klanten, bestellingen op de lange baan geschoven.
Het Duits-Frans-Spaanse concern zegt te verwachten dat volledig herstel van de markt nog kan duren tot 2023 of 2025, maar verwacht dit jaar wel de weg omhoog te kunnen inslaan. “Wij zijn voorzichtig optimistisch voor 2021, al blijven de onzekerheden en uitdagingen groot,” aldus de CEO, Guillaume Faury.
Boeing: -454 orders
De Amerikaanse concurrent Boeing heeft een nog veel slechter jaar achter de rug dan Airbus. De fabrikant uit Chicago had behalve met de corona pandemie ook te maken met de crisis rond de 737 MAX. Hoewel het geplaagde toestel sinds eind 2020 weer vliegt, stond de MAX 21 maanden aan de grond.
Boeing leverde vorig jaar 118 toestellen af (andere types dan de MAX) en had door de vele annuleringen van met name de MAX een negatief orderboek van 454. Nu de MAX weer luchtwaardig is, maakt Boeing in 2021 mogelijk wel een inhaalslag in afleveringen, omdat tientallen 737 MAX-en die zijn afgemonteerd op de productielocaties staan geparkeerd en nu alsnog naar de klanten kunnen worden overgevlogen.
Airbus en Boeing komen binnenkort nog met financiële jaarcijfers. Beide ondernemingen hebben fors in de kosten gesneden, onder meer door het personeelsbestand drastisch te verkleinen.

