
Airbus en Boeing hebben op de airshow dit jaar, zoals al was verwacht, aanzienlijk minder orders ontvangen voor commerciële vliegtuigen dan in 2015 en 2014. Dit bleek vandaag op de laatste handelsdag van de Farnborough Airshow bij Londen.
Airbus verkocht de meeste vliegtuigen, met een tegenwaarde van 35 miljard dollar. Vorig jaar op Le Bourget Airshow bij Parijs was het orderboek van Airbus nog goed voor 57 miljard dollar en in 2014 (Farnborough) verkocht de Europese fabrikant voor 75 miljard dollar. Ook concurrent Boeing zag de omzet dalen: van 50,2 miljard in 2015 naar 26,8 miljard dollar dit jaar. Voor Boeing was 2015 wel beter dan 2014, toen er 40 miljard werd omgezet.
De twee fabrikanten spreken niettemin over een ‘succesvolle’ beurs en een ‘sterke vraag’, maar dit is niet gebaseerd op feiten, als we de militaire verkopen van de twee concerns niet meerekenen – zowel Boeing als Airbus hebben een belangrijke militaire divisie.
Waarom daalde de vraag naar nieuwe vliegtuigen, op het moment dat de vraag naar vliegtickets internationaal juist naar recordhoogte is gestegen? Er zijn drie hoofdredenen: Luchtvaartmaatschappijen hebben de afgelopen jaren enkele duizenden nieuwe vliegtuigen besteld, groot en klein, waarvan verreweg het grootste deel nog moet worden afgeleverd. Het houdt een keer op; de fabrikanten zitten met dik gevulde orderportefeuilles.
De gekelderde olieprijs is weliswaar een bonus voor airlines door de veel lagere brandstofkosten, maar zorgt er tegelijkertijd voor dat ze langer vasthouden aan minder zuinige vliegtuigen. Pas als de olieprijs weer aantrekt, wordt het aantrekkelijker om in energiezuinige toestellen te investeren. Het is gewoon een rekensom.
Ten slotte: geopolitieke en economische onzekerheden in de wereld leiden tot voorzichtigheid. De aanschaf van vliegtuigen is zeer kapitaalsintensief. De meest verkochte toestellen: de Airbus A320 en de Boeing 737 kosten, in allerlei verschillende varianten, te verkrijgen voor een bedrag ergens rond de 100 miljoen dollar. Brexit, oorlogen in het Midden-Oosten, economische afkoeling in onder andere China, et cetera: het zijn allemaal factoren waardoor luchtvaartmaatschappijen wat meer geneigd zijn de hand op de knip te houden. Houden wat je hebt en afwachten hoe de wereld zich verder ontwikkelt, is vooralsnog het adagium.

