
Nederlandse hoteliers concurreren in toenemende mate met particuliere verhuurders van woningen die zijn aangesloten bij platforms als Airbnb en Wimdu. Dit zegt het ING Economisch Bureau in het rapport onder de titel Hotels en de deeleconomie.
“De huidige dominante positie van hotels in de markt voor overnachtingen is vanwege de opkomst van de deeleconomie minder vanzelfsprekend,” stelt Jan van der Doelen, ING Sectormanager Bouw, Vastgoed en Hotellerie. ING heeft berekend dat er jaarlijks 30 miljoen hotelovernachtingen zijn in Nederlandse hotels; dit aantal groeit licht. Het aantal geboekte nachten via Airbnb en branchegenoten als Wimdu groeit veel sneller. Airbnb, waarbij particulieren zich kunnen aansluiten tegen betaling van een percentage van hun opbrengst, is nu de grootste ‘hotelketen’ van Nederland met 15.000 kamers. Van der Valk staat op de tweede plaats met 8.400 kamers, gevolgd door NH Hotels met 6.800 kamers.
De gemiddelde bezettingsgraad bij Airbnb ligt vooralsnog laag, rond de 20 procent, tegenover 70 procent bij hotels. Het totale aantal overnachtingen bij Airbnb komt daardoor nu, op jaarbasis, uit op 4,2 miljoen. Maar ING verwacht dat dit scherp zal stijgen, naar 10 miljoen overnachtingen in 2018. De bank schrijft dit toe aan toename van het aanbod, grotere bekendheid bij gasten en het wegnemen van wettelijke barrières. “Vooral kleine hotels in steden zijn vatbaar voor die extra concurrentie. In de zakelijke markt ondervinden hotels vooralsnog minder druk,” schrijft ING in het rapport.
Van de Nederlanders heeft 1 procent de eigen woning al wel eens verhuurd via Airbnb of een ander platform en 6 procent is hier toe bereid. Met name in Amsterdam zijn veel kamers bij particulieren beschikbaar.