
Accor reorganiseert en ontslaat daarbij duizend medewerkers. Dit heeft de Franse hotelgroep bekendgemaakt bij de presentatie van de halfjaarcijfers 2020, waarin het concern als gevolg van de coronacrisis een verlies noteerde van 1,5 miljard euro. Accor heeft in Nederland vijftig hotels, met onder meer de merken Ibis, Novotel en Mövenpick.
De opbrengst per beschikbare kamer (RevPAR) daalde voor de hele groep in H1 met bijna 60 procent. Vooral in het tweede kwartaal was de neergang groot: min 88,2 procent. De bezettingsgraad daalde naar een historisch minimum van 31 procent in H1 (14,7 procent in Q2).
De omzet ging van 1,9 miljard (H1 in 2019) naar 917 miljoen. Waar vorig jaar over de eerste zes maanden nog een winst van 141 miljoen euro kon worden bijgeschreven, leed Accor in H1 2020 een verlies van 1,512 miljard euro.
Langzaam herstel
Veel hotels gingen in april, mei en juni dicht omdat er te weinig overnachtingen waren. Hoewel 81 procent van de hotels van Accor nu weer open zijn, ligt de vraag nog ver achter bij vorig jaar. En herstel van de markt zal nog lang duren, denkt Accor.
Het bedrijf gaat daarom reorganiseren en slankt af, waarbij de kosten structureel naar beneden moeten. Accor wil zo in totaal 200 miljoen euro besparen. Het aantal banen dat verdwijnt: duizend, is voorlopig vrij laag – bij Accor werken wereldwijd 280.000 mensen – maar nieuwe ontslagrondes worden niet uitgesloten.
Verder wil Accor alle panden die nog in bezit zijn verkopen en voortaan alleen de managementformule toepassen. Het grootste deel van het vastgoed was overigens al niet meer in handen van Accor, zoals bij de meeste grote hotelketens het geval is.