
KLM viert op 7 oktober haar eeuwfeest. Zakenreis blikt in een serie terug op de geschiedenis, samen met schrijver Ron Wunderink. Deel 6: De samenwerking met andere airlines.
In de jaren negentig drong bij KLM het besef door dat in de ‘vechtindustrie’ die de luchtvaart was, samenwerking met andere airlines noodzakelijk was. ‘Het nieuwe toverwoord’ noemt Ron Wunderink het in zijn boek Met KLM de wereld rond.
Wunderink citeert Pieter Bouw, die in 1991 aantrad als nieuwe CEO: ‘Samenwerking is voor KLM de aangewezen manier om op lange termijn een sterke positie te kunnen blijven innemen.’
Dit was op zich niet nieuw, schrijft Wunderink. “Al in de jaren zestig voerden Air France, Lufthansa, Alitalia, Sabena en KLM gesprekken over een samenwerking onder de naam Air Union. Dat liep op niets uit. Air France vond KLM, die twintig procent aandeel wenste, te groot. Lufthansa was toen nog te klein om tijdens de onderhandelingen een vuist te maken en Sabena werd ook in die jaren al door de Franse en Vlaamse talenkwestie verscheurd.”
In de overgang
KLM stond er in die jaren goed voor, ‘maar bevond zich in een belangrijke overgangsfase’ aldus Wunderink. KLM was weliswaar de op drie na grootste maatschappij in Europa, maar met een ‘te beperkte Nederlandse thuismarkt’ was dit toch te klein om ‘zonder samenwerkingspartners’ te kunnen overleven. “Daar waren de mensen om hem (Pieter Bouw, red.) eveneens van overtuigd.”
Bouw had de taak het netwerk, de vloot en het product van KLM ‘blijvend te vernieuwen’ en ‘anderzijds samenwerkingsvormen met andere luchtvaartmaatschappijen zien te bewerkstelligen zonder autonomie te verliezen,’ aldus Ron Wunderink.
In Nederland versterkte KLM zich in die jaren, met het nemen van belangen in Martinair en Transavia, uiteindelijk uitlopend in volledige overnames. Internationaal zat er weinig schot in. Eind 1991 ging KLM gesprekken aan met British Airways over een volledige fusie. De Britten stuurden daarbij aan op een overname en leken ook de merknaam KLM te willen opdoeken. Dat zette veel kwaad bloed. Na een halfjaar werden de onderhandelingen afgebroken.
Northwest Airlines
Waar KLM wél succes had was in de samenwerking met Northwest Airlines (NWA). Hier ging het niet om fusie of overname, maar het delen van transatlantische vluchten via een joint venture. “Uniek in de wereld van de burgerluchtvaart,” schrijft Wunderink. “Met een bedrag van 450 miljoen dollar verkreeg KLM een aandeel in deze Amerikaanse luchtvaartmaatschappij, die de Nederlanders voor 19,5 procent zeggenschap gaf.”
Andere airlines in Europa volgden de verrichtingen van KLM met argusogen. Wunderink: “Nergens lukte het andere Europese luchtvaartmaatschappijen met Amerikanen zo’n intensieve en slagvaardige samenwerking op te bouwen als KLM met NWA.”
KLM ging in 2004 op in Air France, al bleven beide merknamen behouden. In 2008 kocht Delta Air Lines alle aandelen in Northwest Airlines op. De naam NWA verdween daarna.
Klok
Maar de joint venture van KLM en NWA die er begin jaren negentig aan vooraf was gegaan, stond als een klok en zou maatgevend zijn voor de internationale samenwerkingsverbanden tussen airlines die daarna ontstonden.
Alle grote luchtvaartmaatschappijen hebben inmiddels partners en de meeste airlines zijn aangesloten bij een van de drie allianties, grote samenwerkingsverbanden: SkyTeam, Star Alliance en oneworld.
KLM en Air France zijn lid van SkyTeam, evenals Delta Air Lines. Samen met Virgin Atlantic, grotendeels in bezit van Delta en Air France-KLM, lanceren de vier partners dit jaar de grootste jv van allemaal, onder de naam Blue Skies, voor vluchten over de transatlantische corridor.