Voordat Jean-Claude Juncker in juli 2014 werd gekozen tot president van de Europese Commissie, stelde hij een lijst samen met tien prioriteiten. Bovenaan deze lijst staan de groei van de economie, banen en investeringen.
Aangezien de luchtvaart wordt gezien als één van de belangrijkste motoren van de economie en de mobiliteit van de Europese burgers, is in 2015 besloten tot het opstellen van ‘een Aviation Package ter versterking van de concurrentiepositie van de Europese luchtvaartsector’. In de periode maart tot en met juni 2015 heeft de Europese Commissie een zogeheten Public Consultation gehouden onder stakeholders. De resultaten hiervan zullen als basis dienen voor strategische initiatieven en acties van de Europese Commissie in de komende jaren.
Op 7 december 2015 heeft Violeta Bulc, de Eurocommissaris van Transport, de nieuwe Aviation Strategy in Brussel gepresenteerd. De publieke consultatie toont aan dat ticketprijzen, de totale duur van de reis (door-to-door), de bereikbaarheid van vliegvelden met openbaar vervoer en het milieueffect als belangrijkste onderwerpen worden gezien. Daarnaast komt een aantal specifieke onderwerpen aan de orde, waarbij er voor mij twee het meest in het oog springen. Op de eerste plaats is dat de bescherming van de klant. Het blijkt dat de meeste klanten de terms and conditions van een ticket niet of nauwelijks lezen. Degenen die het wél lezen, gaven aan dat de informatie die wordt verstrekt onvoldoende, niet transparant en moeilijk te begrijpen is, waarbij het tonen van additionele kosten tijdens het moment van de boeking, het gemis aan uitleg in de taal van het land van aankoop van het ticket, informatie over klachtenbehandeling en een verbod op het heffen van brandstoftoeslagen, eruit sprongen.
Het tweede opvallende onderdeel betrof de reacties op de externe dimensie van de luchtvaart in de EU, oftewel de internationale concurrentiepositie van EU-luchtvaartmaatschappijen. Een overweldigende meerderheid van de respondenten gaf aan, dat de Europese airlines voor enorme uitdagingen staan in de concurrentie met niet-EU-maatschappijen. Daarbij werd het kostenvoordeel voor deze non-EU maatschappijen (inclusief loonkosten, voordelige belastingconstructies en overheidssubsidies) het vaakst genoemd. De respondenten hebben in groten getale aangegeven dat van de EU wordt verwacht, dat er een raamwerk van voorwaarden voor de EU-luchtvaartsector op het gebied van internationale concurrentie wordt gecreëerd, waarbij eerlijke concurrentie en harmonisatie van regulering en belastingregimes wordt nagestreefd. Bij voorkeur moet dit volgens de deelnemers aan het onderzoek plaatsvinden in ICAO-verband. Mocht dit niet mogelijk zijn, dan wordt van de EU verwacht dat zij deze belangrijke onderwerpen in ieder geval vervatten in integrale luchttransportovereenkomsten met belangrijke overheidspartijen. Als dan wordt gevraagd met welke partijen deze overeenkomsten zouden moeten worden gesloten, worden de volgende landen genoemd: de Golfstaten of de Verenigde Arabische Emiraten en Qatar (hier zit de grootste pijn), China, Turkije, ASEAN, Mexico en Rusland.
Een forse uitdaging voor de Europese Commissie en de Europese Unie!