Er zijn nog steeds zakenmensen die de woorden ‘ethiek’ en ‘respect’ niet (willen) kennen en meedogenloos zakendoen over de ruggen van anderen. Zoals de aandeelhouders van het failliete modehuis McGREGOR FASHION GROUP.
Eind juni namen zij de curator vakkundig in de tang. In de Amsterdamse zakenwereld noemen ze zo iemand een ‘piepeltje’. De curator die was aangesteld om het faillissement af te handelen, gaf de indruk dat de doorstart keurig was geregeld. Namelijk door te verklaren dat 1100 van de 1250 werknemers hun baan zouden behouden, waarvan 500 in Nederland. Dat zijn er echter 377 geworden. Ik zal voor deze curator een telraampje en een boek over de sociale aspecten van zakendoen kopen. In mijn vakantiekrant las ik dat de aandeelhouders alle werknemers die langer dan zeven jaar bij het modehuis hadden gewerkt de zak gaven. Hierover ontstond grote commotie, waarna de curator een persbericht verstuurde met de mededeling dat er toch nog een paar oudgedienden mochten blijven. Inmiddels hebben de meesten per e-mail (!) hun ontslag gekregen, dat is schijnbaar de nieuwe manier van met mensen omgaan. Uitzendkrachten nemen hun werk over. En dit bij een bedrijf dat al in 1921 in New York werd opgericht door de Schotse immigrant David Doniger, onder wiens naam het modehuis nu een doorstart wil maken, als DONIGER FASHION GROUP.
Ik moet u bekennen dat ik baat heb bij de huidige McGregor-situatie: ik ga er aardig aan verdienen. Mij zullen ze namelijk nooit meer zien in de te dure merkkleding van McGregor, Gaastra en Adam Menswear. Die past mij in twee opzichten niet langer: overgewicht en schaamte.
Eetadresjes om voor om te fietsen
Voor De Telegraaf schrijf ik al meer dan 43 jaar tijdens de TOUR DE FRANCE een dagelijkse column over onder meer leuke eetadresjes in Frankrijk. In de beginjaren werd ik tijdens lunchtijd steeds afgetroefd door andere Tour-medewerkers. Mijn tegenspelers waren vooral Belgische verslaggevers, die door ervaring wijs geworden de mooiste eetadressen in hun notitieboekje hadden genoteerd.
Er is niets veranderd; nog steeds proberen ze mij een slag voor te zijn. Ze weten bovendien dat je in Frankrijk altijd klokslag twaalf voor de lunch aan tafel moet zitten. Je hebt namelijk en route ook nog te maken met vrachtwagenchauffeurs die hun ‘klassiekers’ kennen en de Routier-adressen koesteren. Daar roeren veelal ‘de moeders’ flink in de pan, met groot respect voor de geurende traditionele streekgerechten.
Voor Nederland noteer ik ook altijd leuke adressen om aangenaam zaken te doen. Inmiddels heb ik er al heel wat geschrapt, maar er blijven genoeg zaken over om mee te scoren bij buitenlandse relaties. De lunch bij HOOFDSTAD BRASSERIE in het Amsterdamse HOTEL DE L’EUROPE is zowel zeer aangenaam als betaalbaar. Ik kan u het Bib Gourmand Menu van 36 euro beslist aanraden. Het is helemaal een feest wanneer bij mooi weer de heerlijke gerechten op het terras worden geserveerd.
Tijdens een (zakelijk) etentje het gevoel hebben even in Parijs te zijn: dat kan bij de Amsterdamse BRASSERIE FLO. Niet alleen vanwege de entourage, maar vooral voor de traditionele gerechten en de kookkunsten van chef-kok RUDOLF BOS. Hij is een topper waar de directie van FLO zuinig op moet zijn.